Genietingstijdstip | 1 Reguliere voordelen worden geacht te zijn genoten op het tijdstip waarop zij zijn: -
a. ontvangen; -
b. verrekend; -
c. ter beschikking gesteld; -
d. rentedragend geworden of -
e. vorderbaar en inbaar geworden. 2 Reguliere voordelen als bedoeld in artikel 4.13, eerste lid, onderdeel a , worden geacht uiterlijk te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar of het einde van de binnenlandse belastingplicht indien deze in de loop van het kalenderjaar eindigt. |